Category Archives: Bedrijven

Een preventief gezondheidsbeleid op maat

De Vlaamse gezondheidsdoelstellingen 2025 zijn niet van de poes. Bedrijven mogen nu zelf instaan om die doelstelling te bereiken maar kunnen gelukkig de eerstkomende 3 jaar rekenen op een tegemoetkoming. Vanaf 2021 moeten ze het volledig zelf bekostigen.

Minister Vandeurzen heeft geld vrijgemaakt voor projectcoaching van ondernemingen voor het voeren van een preventief gezondheidsbeleid. Het traject voorziet in 20 u coaching waarvan de helft gesubsidieerd wordt door de Vlaamse overheid.

Ondernemingen kunnen beroep doen op mij als coach om hen te begeleiden bij het
opstarten van een preventief gezondheidsbeleid op de werkvloer. Het gaat om
gezondheidsbevorderende initiatieven binnen de thema’s voeding, beweging, sedentair
gedrag, roken, alcohol en drugs, en mentaal welbevinden. 

Hadden jullie al enige tijd iets willen doen rond gezondheid maar kwam het er niet van omdat die kennis niet aanwezig is in het bedrijf of niemand wist goed hoe hieraan te beginnen. Dan is het misschien nu het moment om een coach aan het werk te zetten die  samen met jullie in een 20-uren-traject een preventief gezondheidsbeleid met tal van initiatieven om medewerkers er toe te bewegen gezonder door het leven te gaan uitwerkt.

Jouw winst als ondernemer? Meer betrokken, enthousiaste medewerkers en een aantrekkelijke, verantwoordelijke onderneming.

Kijk snel op www.gezondopdewerkvloer.be hoe we jouw onderneming een gezonde impuls kunnen geven en vul vandaag nog de subsidieaanvraag in.

Hoe gezond verkocht krijgen aan je werknemers?

Gezien bedrijven vanaf nu geacht worden een gezond voedingsaanbod te hebben (Vlaamse Gezondheidsdoelstelligen 2017-2025) stelt zich de vraag of een gezond aanbod ook wel wordt gegeten. Want niet iedereen past zomaar z’n ingesleten voedingsgewoonten aan.

Gezonde voeding wordt nog altijd door flink wat mensen als minder lekker ervaren en daardoor ook minder gekozen. Da’s knap lastig als er moet ingezet worden op een gezonder voedingspatroon.

bedrijfsrestuarantMensen handelen niet zo rationeel als we zouden willen, maar worden beïnvloed door hun omgeving. Gedetailleerd uitleggen wat het gewenste gedrag is, leidt zelden tot gedragsverandering. Perceptie, motivatie en de omgeving zijn vaak spelbrekers. Pas wanneer je het gedrag, de barrières en hefbomen begrijpt, kan je mensen verleiden om eens een gezonder aanbod te proberen.

Smaak en visuele aantrekkelijkheid (presentatie, kleur, portionering, …) zijn heel belangrijk bij de maaltijdkeuze. Geur mag ook niet onderschat worden want geur maakt 80 % van de smaak.

gerookte zalmAlles wat zich op en rond het bord afspeelt heeft impact op hoe men z’n maaltijd kiest.
Gewoonte, prijs, voorkeur/afkeer, communicatie over de gerechten (omschrijving (priming, framing,…) neergeschreven (kleur, lettertype, labels, …) of uitgesproken), aanbeveling (referral, nudging,..), context, plaats op het buffet, keuze van de collega’s, honger, schaarste, de omgeving (aankleding, sfeer, verlichting, geluid, temperatuur), …
Ook de sociale normen van de groep waar iemand deel van uitmaakt kan heel bepalend zijn.

Geen eenvoudige opgave dus.
Maar mits de hulp van iemand die alles in goede banen leidt kan het zelfs de verkoop doen toenemen want dan hoeven we thuis niet gezond te koken; het kan immers op het werk.maaltijd

[contact-form][contact-field label=’Ja%26#x002c; ik wil meer weten over hoe ik een gezond voedingsaanbod verkocht krijg aan mijn werknemers’ type=’checkbox’ required=’1’/][contact-field label=’Naam’ type=’name’ required=’1’/][contact-field label=’Email’ type=’email’ required=’1’/][contact-field label=’Telefoonnummer’ type=’Telefoonnummer’ required=’1’/][/contact-form]

Allergenen verplicht vermelden

Sinds 13 december 2014 is de reglementering met betrekking tot allergenen in werking. Ook voor niet-voorverpakte voeding moet men verplicht de aanwezigheid van 14 allergenen vermelden. Zo ook  school- en bedrijfsrestaurants, hotels, eetwinkels, traiteurs, slagers, bakkers, sportkantines, etc.

De 14 allergenen die moeten worden vermeld zijn :

  • glutenbevattende granen (tarwe, rogge, gerst, haver, spelt en kamut of kruisingen daarvan) en producten op basis van glutenbevattende granen,
  • schaaldieren en producten op basis van schaaldieren,
  • eieren en producten op basis van ei,
  • vis en producten op basis van vis
  • pinda’s en producten op basis van pinda’s,
  • soja en producten op basis van soja,
  • melk en producten op basis van melk (inclusief lactose),
  • noten (amandelen, hazelnoten, walnoten, cashewnoten, pecannoten, paranoten, pistachenoten, macadamianoten) en producten op basis van noten,
  • selderij en producten op basis van selderij,
  • mosterd en producten op basis van mosterd,
  • sesamzaad en producten op basis van sesamzaad,
  • zwaveldioxide en sulfieten (in concentraties van meer dan 10 mg/kg of 10 mg/l uitgedrukt als totaalgehalte aan zwaveldioxide),
  • lupine en producten op basis van lupine,
  • weekdieren en producten op basis van weekdieren.

Van die 14 zijn er 8 voedselallergenen (melk, kippenei, vis, schaal- en schelpdieren, tarwe, pinda, noten en soja) verantwoordelijk voor ongeveer 90 % van alle voedselallergieën.

Mensen kunnen op vrijwel elk eiwithoudend voedingsmiddel allergisch reageren. Maar… er zijn ook mensen die allergisch reageren op appelen, aardbeien, citrusvruchten, asperges of bepaalde kruiden.

Wat is het verschil tussen een allergie en een intolerantie?
Een allergie wordt veroorzaakt door een afweerreactie van het lichaam. Het lichaam beschouwd een onschuldig eiwit (‘allergeen’) in voedsel als gevaarlijk en maakt hiertegen antistoffen aan. Een overreactie van het afweersysteem kan symptomen van hoofdpijn, rode vlekken, jeuk en een opgezwollen huid tot mogelijks een dodelijke astma-aanval of een anafylactische shock veroorzaken.

Bij een voedselintolerantie reageert het lichaam ook op bepaalde voedingsmiddelen. Het afweersysteem speelt hierbij echter geen of een onbelangrijke rol. Vaak kan het lichaam het voedingsmiddel waarvoor het intolerant is, niet verteren.

  • Train al het keuken- en bedienend personeel.
  • Zorg dat informatie over allergenen in uw keuken en restaurant up-to-date blijft (in een digitale databank).
  • Geef nooit informatie die mogelijk niet juist is (“dat zal wel kloppen …”), maar zeg dat die voedingsmiddelen wel in de keuken worden gebruikt.
  • Biedt alternatieve bereidingen aan bij mensen met allergie.

U kan de allergeneninformatie terugvinden in de ingrediëntenlijst op de verpakking of in de technische fiche van uw leverancier. Vraag leveranciers uitdrukkelijk om u deze informatie door te geven. Gezien de 14 allergenen, die al sinds 2005 op verpakkingen vermeld moeten worden, voortaan in hoofdletters of vet in de ingrediëntenlijst moeten staan. Wanneer een allergeen in meer dan één ingrediënt voorkomt, moet dit allergeen ook meer dan één keer in de ingrediëntenlijst worden vermeld.

Als er geen ingrediëntenlijst is, zoals het geval zal zijn bij verpakt voedsel als melk of olie, worden de allergenen aangegeven in de productnaam of door gebruik van het woord ‘bevat’, gevolgd door de naam van de allerge(e)n(en).

De ingrediëntenlijst van al het voorverpakte voedsel en de ingrediënten van onverpakt voedsel moet gekend of terug te vinden zijn wanneer een klant vragen heeft omtrent de allergenen in een gerecht of menu.

Waar vanaf nu rekening mee houden ?

  • Welke smaakmakers worden er gebruikt ?
  • Beschikken we over actuele informatie (op papier of in een bestand) over de allergenen in alle gebruikte onverpakte producten ?
  • Wat gebruiken we voor het binden en verfijnen van sauzen ? Wat zit er in de dressing ?
  • Waarmee decoreren we gerechten of bereidingen ?
  • Worden er overgebleven restjes gebruikt voor andere gerechten ?
  • Van welke ingrediënten maken we gebruik en houden we rekening met de allergenen die op de ingrediëntenlijst staan ?
  • Pas ook op voor verborgen allergenen. Het is niet altijd duidelijk of de grondstoffen die u gebruikt allergene stoffen bevatten of niet. Allergenen kunnen ook voorkomen in hulpstoffen zoals additieven (E-nummers) en aroma‘s.
  • Er kan ook kruisbesmetting ontstaan. Kruisbesmetting doet zich voor wanneer voedsel dat op zichzelf geen allergenen bevat, wordt besmet met een allergeen tijdens het bereiden, opslaan, koken of serveren van voedsel.

Allergenen moeten niet uit de keuken worden gebannen. Het gaat er om dat men op de hoogte is en verantwoordelijk handelt als mensen vragen hebben of aangeven een allergie of intolerantie te hebben.

Heeft u hulp nodig bij het op punt stellen van uw kennis, etiketten en databank met betrekking tot allergenen in uw eindproducten ?

[contact-form][contact-field label=’Naam’ type=’name’ required=’1’/][contact-field label=’Email’ type=’email’ required=’1’/][contact-field label=’Telefoonnummer’ type=’text’ required=’1’/][contact-field label=’Gelieve mij te contacteren want wij hebben hulp nodig i.v.m. de allergenen in onze eindproducten.’ type=’checkbox’ required=’1’/][contact-field label=’Geef hier een korte beschrijving van uw situatie.’ type=’text’/][/contact-form]

Duurzame voeding

Mensen zijn vandaag op zoek naar verse, smakelijke en gezonde voeding van hoge kwaliteit, waarbij authenticiteit en duurzaamheid meer en meer van belang zijn.

Als we duurzaam willen eten; hoe moet dat dan ?
Duurzame voeding wordt gedefinieerd als :

  • Lekker, gezond en niet duur.
  • Seizoensgebonden en van eigen bodem.
  • Komende uit eerlijke handel.
  • Milieuvriendelijk en diervriendelijk.
  • Vleesarm of evenwichtig vegetarisch.
  • Weinig bewerkt en weinig verpakt.

Gezond
Gezonde voeding bestaat uit veel groenten en fruit; weinig vlees, verzadigde vetten en geraffineerde suikers en voldoende onverzadigde vetten. Een flink aantal sporters bewijst dat je zelfs bij intensieve fysieke inspanningen voldoende energie kan halen uit een overwegend plantaardige voeding. Een lekkere voeding prikkelt alle zintuigen tijdens de consumptie en hoeft beslist niet duur te zijn. Wie graag lekker eet of kookt, zal nog meer genieten van een maaltijd als er naast een goed recept ook duurzame ingrediënten worden gebruikt.

Seizoensgebonden en regionaal
Elk seizoen heeft zijn weersomstandigheden die bepalen welke groenten- en fruitsoorten er kunnen geteeld worden zonder verwarmde serres. Wie kiest voor seizoengroenten en -fruit, bespaart een pak CO2 en heeft gegarandeerd de beste smaak voor de beste prijs. De lokale groente- en fruitkalender geeft een overzicht van wat men per maand het best eet. Voedsel legt soms lange afstanden af. Vaak via verschillende tussenstappen voor het op ons bord komt. De voedselketen start op het veld, daarna wordt het getransporteerd naar het verwerkingsbedrijf en via de (super)markt belandt het uiteindelijk op ons bord. Het is mogelijk om de voedselketen korter te maken. De kortste weg krijg je door groenten en fruit uit eigen tuin te gebruiken. Heb je geen tuin, dan kun je rechtstreeks bij de (bio)boer groenten, fruit en zuivel kopen. Maar er zijn ook boerenmarkten, groentenabonnementen, zelfpluktuinen, … Wie aansluit bij een voedselteam neemt lokale producten af van verschillende boeren uit de omgeving.

Eerlijke handel
Producenten staan aan het begin van de voedselketen, ze dragen de risico’s van misoogsten, werken zich kapot in weer en wind, en krijgen dan voor hun producten ‘wat de markt hen biedt’. Begrijpelijk dus dat heel wat boeren en tuinders het voor bekeken houden. Fairtrade organisaties leren de boeren zich te organiseren en bieden voor de producten een gegarandeerde minimumprijs wanneer de wereldmarktprijs te veel zou zakken, of een surplus wanneer die stijgt.

Milieu en diervriendelijk
Biologische producten zijn niet behandeld met pesticiden en kregen organische meststoffen die traag worden opgenomen. Ons milieu vaart er wel bij, want het water wordt niet verontreinigd en er zijn geen mestoverschotten. Een ander voordeel is dat biologische producten doorgaans meer smaak hebben. De benaming ‘biologisch’ en ‘bio’ zijn wettelijk beschermd en mogen alleen vermeld worden op de verpakking als die voedingsmiddelen geproduceerd worden volgens de wetgeving die bepaalt hoe een biologisch bedrijf moet werken. Sinds juli 2010 is het Europese bio label verplicht op alle voorverpakte biologischebio logo EU producten. Producenten die naast het Europese label ook het Biogarantie label willen gebruiken, moeten aan extra eisen voldoen. Biogarantie vraagt een eerlijke prijs, zorg voor water, energie, biodiversiteit, transport, verpakking en afval. Bioproducten moeten net als alle andere voedingsmiddelen voldoen aan de minimum eisen van voedselveiligheid.

Recent bleek uit een heel grote studie (meta-analyse gebaseerd op 343 – door collega’s nagelezen – publicaties) dat biologisch geteelde gewassen gezonder zijn. Ze bevatten minder cadmium, 4 maal minder pesticidenresidu’s en meer antioxidanten dan de klassiek geteelde gewassen.
Maar een onevenwichtig of eenzijdig voedingspatroon wordt niet gezonder door te kiezen voor bioproducten.

Bij vis is de overbevissing oorzaak dat er bedreigde vissoorten ontstaan. Duurzaam gevangen vis krijgt een MSC label als aan de duurzaamheidscriteria zoals ecologisch impact en visbestanden respecteren, visserijbeheer en dierenwelzijn voldaan is. Gekweekte vissen (pangasius en tilapia en zalm) kunnen het ASC label dragen dat garandeert dat ze gekweekt werden met respect voor de natuur en correcte werkomstandigheden.

Minder vlees
Een grote troef om onze ecologische voetafdruk te beperken is vlees vervangen door linzenpeulvruchten. Dieren nemen heel wat plaats in en hebben bergen plantaardig voedsel om er vlees, melk en eieren van te maken. Maar liefst 8 g plantaardig eiwit voor de productie van 1 g dierlijk eiwit. Niet elke vleessoort heeft een even grote impact op het milieu. Meestal geldt: hoe groter het dier, hoe groter de ecologische voetafdruk.

Weinig bewerkt en verpakt
Verkopen via de korte keten is het aantal tussenschakels tussen de producent en de consument beperken. Het is een transparant systeem waarbij de consument de producent en de productiemethode van de aangekochte voedingsmiddelen kent. De consument krijgt weer voeling met de land- en tuinbouw en de seizoenen. Door te kiezen voor lokale producten recht van bij de boer wordt het aantal voedselkilometers beperkt en de lokale economie ondersteund. Minder transport betekent ook minder energie voor bewaring en minder verpakking ter bescherming. Heel wat producenten uit de korte keten bieden streekeigen variëteiten aan die men nog zelden in grootwarenhuizen vindt. Zo wordt de biodiversiteit beter in stand gehouden. De producten zijn daarenboven super vers, wat de smaak en de voedingswaarde ten goede komt.

Gezondheidsbevordering op de werkvloer heeft effect

Ziekteverzuim is een groot probleem voor werkgever. Diverse instanties hebben aangetoond dat dit verband houdt met onze levensstijl.

Als een bedrijf het voedingsaanbod op de werkvloer aanpakt profiteren de medewerkers volop van gezondheidswinst. Wanneer werkgevers het aanbod in de bedrijfskantine en automaten aanpassen dan verandert de eet-omgeving van de werknemers, want iedereen die gebruik maakt van het voedingsaanbod binnen het bedrijf kan gemakkelijker gezonde keuzes maken.

Gezien volwassenen veel van hun tijd doorbrengen op het werk, kunnen kleine leefstijl-aanpassingen in de werkomgeving effect hebben op de epidemie van zwaarlijvigheid en hoge bloeddruk. Onderzoek toonde aan dat de toegankelijkheid tot gezonde voedingsmiddelen in het bedrijfsrestaurant een grote invloed op het aankoopgedrag heeft. Bijgevolg is het van belang te weten of het voedingsaanbod in uw bedrijf gezond is.

Wij geven u de mogelijkheid om het voedingsaanbod in uw bedrijf (warme maaltijden, snacks, broodjes, automaten, meeting catering) door een diëtiste te laten screenen met advies op maat om het aanbod te verbeteren richting gezonde voeding. Waarbij de doelstelling is werknemers lekkere en gezonde maaltijden aan te bieden.

De VRT deed het experiment.